Maak een ondiepe geul van 3 cm diep en zorg dat het puntje van het bolletje net boven de grond uitsteekt. Druk de grond goed aan. De juiste plantafstand is 15 cm uit elkaar en 30 cm tussen de rijen.
Als het loof verdroogt en omvalt is het tijd om te oogsten. Trek de uien met loof en al uit de grond en laat ze enige tijd drogen, zodat je ze lang kunt bewaren.